Starten vanuit de werkloosheid?

Men wordt niet zomaar van de ene dag op de andere zelfstandige. Er valt veel voor te bereiden alvorens men echt aan de slag gaat... en alvorens men de eerste inkomsten ziet.  Als je als werkzoekende of (brug)gepensioneerde ondernemer wil worden, kan je terugvallen op volgende 5 regelingen:

- werkloosheidsuitkering tijdens een voorbereidingsperiode van max. 6 maanden;
- werkloosheidsuitkering tijdens het volgen van een opleiding;
- werkhervattingstoelage als steuntje in de rug;
- de starterslening voor uitkeringsgerechtigden;
- werkloosheidsuitkering tijdens een voorbereidingsperiode  met  een activiteitencoöperatie

Voorbereidingsperiode van 6 maanden
Om gedurende de voorbereidingsperiode over een toereikend inkomen te beschikken, kan de vergoede werkloze, mits toelating, zijn uitkeringen blijven ontvangen, gedurende maximum zes maanden. Al wie vergoede werkloze is en zich als zelfstandige wil vestigen, kan de toelating  vragen om de volgende voorbereidende activiteiten uit te voeren:
-studies betreffende de haalbaarheid van het vooropgestelde project zoals  het maken van marktstudies,…;
-het inrichten van lokalen en de installatie van materiaal zoals het huren of het kopen van een handelszaak of van kantoren,  het aanschaffen van productiegoederen,…;
-het leggen van de nodige contacten voor de inwerkingtreding van het project zoals het zoeken van vennoten, leveranciers en geldschieters of het aanwerven van personeel (dat men echter nog niet mag tewerkstellen);
-het vervullen van administratieve formaliteiten zoals het ondernemen van de nodige stappen met betrekking tot het handelsregister, de BTW en de sociale zekerheid.
Deze toelating wordt maar één maal verleend. Vanaf het ogenblik dat de werkloze effectief zijn zelfstandige activiteit uitoefent, verliest hij het recht op uitkeringen . Als de werkzoekende na verloop van de voorbereiding (maximum 6 maand) beslist zich niet als zelfstandige te vestigen, blijft zijn recht op werkloosheidsuitkeringen behouden.

Op de schoolbank!
Een andere mogelijkheid is met behoud van werkloosheidsuitkeringen via een vrijstelling een opleiding volgen georganiseerd door een erkend centrum voor opleiding van de middenstand (Syntra, IFAPME, Espace formation PME). De cursussen waarvoor vrijstelling kan worden gevraagd zijn dagcursussen tijdens de week  De vrijstelling wordt toegekend voor de duur van de opleiding, met inbegrip van de vakantieperiodes, maar is beperkt tot één jaar. Ze kan worden verlengd wanneer de werkloze één jaar van de opleiding heeft gevolgd en geslaagd is .De werkloze kan die vrijstelling slechts eenmaal krijgen. Om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling moet de werkloze:
- ofwel sedert tenminste twee jaar zijn studies of leertijd hebben beëindigd en tenminste 312 dagen uitkering hebben genoten in de loop van de twee jaar voorafgaand aan het begin van zijn opleiding;
- ofwel tenminste 624 dagen uitkering hebben genoten in de loop van de vier jaar voorafgaand aan het begin van de opleiding.

50+? De werkhervattingstoelage als steuntje in de rug!
Het betreft een vergoeding die door RVA wordt toegekend als aanvulling op het inkomen aan een werkloze van 50 jaar of ouder die het werk hervat als zelfstandige in hoofdberoep. De werkhervattingstoeslag van onbepaalde duur bedraagt  186,51 e per maand en wordt toegekend gedurende de ganse periode van zelfstandige activiteit, tot aan het rustpensioen.  Deze werkhervattingstoeslag kan tijdelijk (indien minder dan 20 jaar beroepsverleden) of voor onbepaalde duur (indien 20 jaar beroepsverleden of meer) worden toegekend. De uuitkeringsgerechtigde  moet  volledig werkloze zijn (geen brugpensioen); in de eerste 6 maanden geen activiteiten verrichten voor zijn vroegere werkgever;  niet de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben en geen recht hebben op een volledig rustpensioen.

De starterslening voor uitkeringsgerechtigden
Een project zonder geld realiseren kan zeer lastig worden en voor werklozen is het vaak niet gemakkelijk om krediet te krijgen. Daarom stelt het Participatiefonds een «Startlening» voor aan de niet-werkende werkzoekenden die een zelfstandige activiteit willen «opstarten». Het Participatiefonds draagt eveneens bij tot de begeleiding van de werkzoekende aan wie een startlening werd toegekend. Eens het krediet van het Participatiefonds is toegekend kan de begunstigde een begeleiding volgen tijdens de eerste 18 maanden van de zelfstandige activiteit.  Om een Startlening te verkrijgen moet je een niet werkende werkzoekende zijn sinds ten minste 3 maanden, een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze zijn of wachtuitkeringen of het leefloon genieten. Je moet zelfstandige in hoofdberoep willen worden door ofwel alleen te werken; ofwel vennoot te worden van andere partners  om samen een onderneming op te richten of over te nemen; ofwel werkende vennoot van een bestaande vennootschap te worden.  Het Participatiefonds oordeelt over de bekwaamheid van de kandidaat en over de haalbaarheid van het project: de leefbaarheid van de onderneming en de terugbetalingscapaciteit. De aanvrager van de starterslening brengt zelf één vierde van het bedrag van de gevraagde lening in.

Samen met een activiteitencoöperatie
Een activiteitencoöperatie is een vennootschap met sociaal oogmerk en heeft als doel kandidaat-ondernemers te adviseren, begeleiden, coachen en ondersteunen bij de uitoefening van hun activiteiten ter voorbereiding van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep. Tijdens de duur van de overeenkomst met de activiteitencoöperatie –  maximum van 18 maanden - kan de vergoede werkloze vrijstelling bekomen van een aantal verplichtingen als werkloze. Wanneer men zich niet vestigt als zelfstandige op het einde van de vrijstelling kan men verder recht blijven houden op werkloosheidsuitkeringen. De vergoede werkloze moet een overeenkomst sluiten met een erkende activiteitencoöperatie en reeds een bepaalde duur vergoede werkloze zijn. Wie ouder is dan 50 jaar moeten gedurende minstens 78 dagen werkloosheids- of wachtuitkeringen genoten hebben in de loop van de maand van de ondertekening van de overeenkomst met de activiteitencoöperatie en de 9 maanden daaraan voorafgaand. De voordelen toegekend tijdens de overeenkomst mogen niet meer bedragen dan 2 e per arbeidsuur gepresteerd krachtens deze overeenkomst.
Indien men de 6 maanden voorafgaand aan de vestiging als zelfstandige in hoofdberoep verbonden was door een overeenkomst met een activiteitencoöperatie als kandidaat-ondernemer behorende tot de doelgroep, kan eventueel een acco-werkhervattingstoeslag toegekend worden. Die uitkering wordt toegekend door de RVA, en is bedoeld als aanvulling op de inkomsten als zelfstandige tijdens de startperiode van de zelfstandige activiteit. Indien de werkloze 50 jaar of ouder was op het ogenblik dat hij zich vestigt als zelfstandige, dan ontvangt hij niet de acco-werkhervattingstoeslag, maar wel de gewone werkhervattingstoeslag.