NEOS MAG 039 - trim1-2019 - page 7

NEOS
Circulair
7
deren en er ontstaan nieuwe types
werk die op hun beurt nieuwe com-
petenties vergen. Zo evolueren we
naar een economie met meer ser-
vicediensten, wat redelijk arbeidsin-
tensief is. Bedrijven moeten minder
verkopen en meer naar een service
of dienst gaan om de producten die
ze verkopen te optimaliseren en te
herstellen als ze stuk zijn.’
Hoe kunnen wij de om-
slag naar een circulaire
economie realiseren?
Karel Van Acker: ‘De term circulaire
economie omvat heel wat acties en
strategieën om milieuvriendelijker
en spaarzamer met materialen om
te gaan. Je kan drie grote strategie-
en onderscheiden: hernieuwen, de-
materialiseren en substitueren. De
eerste strategie, hernieuwen, zorgt
voor het sluiten van de materiaal-
kringloop en het zo goed mogelijk
recupereren van materialen met zo
weinig mogelijk waardeverlies. Recy-
cleren is hierin onmisbaar, maar er
zijn veel meer mogelijkheden om
materiaalkringen te sluiten, denk
maar aan tweedehands- of kring-
winkels. Het sluiten van de kring-
loop komt ook tot stand door een
betere samenwerking tussen con-
sumenten en bedrijven, en tussen
bedrijven onderling. Dit noemen we
industriële symbiose waarbij het af-
val van het ene bedrijf kan gebruikt
worden door het ander bedrijf als
nuttige grondstof voor iets anders.
De tweede strategie, dematerialise-
ren, beoogt het verlengen van de
levensduur van producten. Centraal
staan hier de hersteleconomie en
deeleconomie. Het doel is om de
functie van een product te bewa-
ren met minder en langer gebruik
van materialen en de efficiëntie en
intensiteit van materialen zo lang
mogelijk in te zetten. Met de der-
de strategie, het substitueren, gaat
men schaarse en milieubelasten-
de materialen vervangen door al-
ternatieve materialen met minder
milieu-impact. Het doel is om het
verbruik van kostbare grondstof-
fen te beperken door bijvoorbeeld
schaarse of exotische materialen te
vervangen door biogebaseerde ma-
terialen.’
Wat zijn de
misvattingen over het
circulaire verhaal?
Karen Van Acker: ‘Een voorbeeld
van zo’n mythe is de angst voor
minder tewerkstelling. De circulaire
economie zal niet voor minder jobs
zorgen, maar voor andere en nieu-
we jobs. Een andere mythe is dat
mensen vaak denken dat ze circu-
lair bezig zijn als ze alles 100% re-
cycleren, maar dat is niet mogelijk.
Bij recyclage zijn er altijd verliezen.
Je kan niets 100% recycleren en
men moet dat goed beseffen. Zulke
mythen en vooroordelen ontstaan
doordat men vaak niet voldoende
geïnformeerd is en schrik heeft van
het onbekende. Overgaan naar cir-
culaire economie is een proces dat
niet op één, twee, drie zal plaatsvin-
den maar veronderstelt een mind-
switch waarvan ik zeker geloof dat
ze tot stand kan komen. Materialen
zijn zo belangrijk voor ons dat we er
historische perioden naar hebben
vernoemd: het stenen tijdperk, het
ijzeren tijdperk, enzovoort. De laat-
ste vijftig jaar zitten we in een nieuw
tijdperk: de plastiek tijd of afvaltijd.
Samen kunnen we dat doorbreken
en zouden we moeten overgaan
naar een nieuwe tijd: de recycle tijd.’
Prof. Karel Van Acker : ‘In een circulaire economie kan afval van het ene be-
drijf een grondstof zijn voor het andere’
Foto : Luk Collet
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...52
Powered by FlippingBook