Op 21 februari bracht Neos Zutendaal een bezoek aan Tervuren voor een onderdompeling in het verleden van een gemeente die befaamd is voor haar beroemde inwoners en schitterende ligging, haar vijverpark en koninklijk museum. En voor haar verzameling Afrikaanse cultuur. De Limburgse club heeft zich vergaapt op een schat aan kunstwerken die westerlingen meebrachten welke zich begripvol opstelden voor wat een heidense cultuur werd genoemd.

   De befaamde architect Stéphane Beel ontwierp een paviljoen van waaruit je de paleisarchitectuur van het museum en zijn omgeving door de vele glazen formaties perfect kunt observeren. Nieuw aan de tentoonstelling is dat ze een beeld schetst van het hedendaagse, ontvoogde Afrika in een majestueus gebouw met een koloniaal verleden. Neos keek op naar prachtige collecties maskers, foto’s, gravures, trommels, vlinders, enzovoort. Vóór de renovatie werd het koloniale beeld te weinig kritische belicht, zo legde een gids uit, en daaraan is gewerkt. Het moet gezegd dat het resultaat puik is, het geheel oogt moderner en respectvoller maar het vernieuwde museum boet tevens in op sfeer en beleving van de tijd van toen. Vanuit het onthaalcentrum en via een ondergrondse galerij kwam Neos Zutendaal in de kelders van het oude gebouw, om vervolgens de centrale permanente tentoonstelling op de benedenverdieping te ontdekken. Op de benedenverdieping kreeg Neos de keuze uit vijf thematentoonstellingen, voornamelijk rond Congo en Centraal-Afrika. Voor de club uit Zutendaal was het bezoek een geslaagde kennismaking met een enorme variëteit aan fauna en flora. Een gids heeft Neos op enthousiaste wijze de geschiedkundige en cultureel antropologische thema’s uitgelegd van het land Congo dat zo groot is als West-Europa.