Neos-medewerkers volgen traject asielzoekers aan Maximiliaanpark
2019-11-04

Het Neos-secretariaat is gelegen aan het Brusselse Maximiliaanpark. Iedere dag worden we er geconfronteerd met de realiteit van vluchtelingen en asielzoekers. In het kader van de solidaire campagne 'Neos met een Hart' volgde de Neos-ploeg het traject dat asielzoekers moeten volgen vanaf het Klein Kasteeltje. Vluchtelingenwerk Vlaanderen​ was onze gids. Wil jij deze geleide toer ook volgen met je club? Contacteer Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Klein kasteeltje, grote hoop
Neos-ploeg in de voetsporen van asielzoekers

De mens is een migrant. Dat zit in onze genen. Al duizenden jaren. Sommigen trekken naar onbekende oorden, louter op zoek naar avontuur. Voor anderen is het bittere noodzaak. Oorlog jaagt hen weg, ze worden vervolgd omwille van hun anders denken of anders zijn of ze zijn op zoek naar een betere toekomst. Een toekomst tout court want al deze vluchtelingen zien geen andere uitweg. Wij volgden hun spoor op Belgische bodem.

 

Na een drukke werkdag op kantoor, verzamelt de voltallige Neos-ploeg voor de indrukwekkende poorten van het Klein Kasteeltje. We hebben er afspraak met Geert Bossaerts, coördinator van het Startpunt van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Dat Startpunt ligt in de Brusselse Noordwijk en kunnen er terecht bij hun aankomst in België. Ook Atiqullah Saifi uit Afghanistan loopt met ons mee. Hij heeft de hele procedure doorlopen en werkt nu ook bij het Startpunt. We starten aan het Klein Kasteeltje voor een route die ons naar het beruchte Maximiliaanpark zal leiden.

Van kazerne tot aanmeldcentrum

Het Klein kasteeltje. Een begrip voor wie al wie zijn legerdienst vervulde. Geert: “Tot de jaren ’80 was dit inderdaad militair domein. Hét rekruteringscentrum voor het Belgische leger. Nu is het eigendom van Fedasil en werd het omgevormd tot opvangcentrum.” Een opvangcentrum met stevig gesloten deuren. De ijzeren poorten en camerabewaking stralen militaire onverzettelijkheid uit. Als vluchteling ben je vandaag nu eenmaal een verdacht persoon. Welkom ben je pas als je bewezen hebt dat je écht niet anders kon en als je alle regels heb gevolgd. Geert: “Recent werd dit centrum nog een keer omgevormd om de Europese regels te volgen. Dit is nu een aanmeldcentrum.“

Geen uitspraak

Geert: “Voor alle duidelijkheid: mensen die zich hier komen aanmelden, zullen geen uitspraak krijgen over hun asielaanvraag. Dit is slechts het eerste stapje van de procedure. Na de aanvraag worden ze meteen weer weggestuurd en moeten ze zich een dag of twee, drie later opnieuw aanmelden voor een interview. En dan kan het nog een hele tijd duren voor de asielaanvraag wordt goedgekeurd. Atiqullah: “Voor mij nam de hele procedure meer dan een jaar in beslag. Verschillende interviews, afspraken die geannuleerd werden, het was een heel stresserende periode. Vandaag kan ik mensen die hier toekomen in hun eigen taal aanspreken en hen uitleggen hoe de procedure in elkaar zit, hoe lang het kan duren enz.” Geert vult aan: “Na het eerste contact in het Klein kasteeltje, staan deze mensen hier ’s middags gewoon terug op straat. En dan begint ons werk. We bieden hen in ons Startpunt soep en brood, een plek om even op adem te komen. Maar het allerbelangrijkste is correcte informatie. Beter geen informatie dan onjuiste. Het gaat hier om de toekomst van mensen op de vlucht. In de echte crisisperiode stond hier tot 800 man per dag aan te schuiven. Vandaag zijn er zo’n 50 per dag die hun aanvraag kunnen indienen en naar een opvangcentrum kunnen. Gelukkig kunnen we beroep doen op verschillende juristen die de (internationale) wetgeving goed kennen én op vrijwilligers zoals Atiqullah die mensen in hun eigen taal kunnen informeren, geruststellen, de weg wijzen. Een zestal vrijwilligers spreekt zo 10 à 12 talen, dat gaat van Farsi tot Tibetaans. We delen ook uit flyertjes uit in de eigen taal. Die basisinfo is immers zo belangrijk. Een gesprek in je eigen taal, een vriendelijk gezicht, mensen die je in vertrouwen kan nemen, die je duidelijk maken hoe je best je dossier opbouwt, het betekent zo veel voor mensen die in onzekerheid zitten.“

No show

We geloven het graag. Voor een eerste kennismaking met je mogelijke nieuwe thuisland is het een bangelijk gebouw, letterlijk en figuurlijk. Wanneer we eromheen lopen, passeren we een zware metalen deur in onheilspellend zwart geschilderd. Geert licht toe: “Als je de eerste asielaanvraag wordt afgewezen, kan je nog een tweede poging wagen maar dan moet je nieuwe bewijzen aanleveren (bijvoorbeeld een diploma of bewijs dat je student was en deelnam aan verboden protesten) of je moet nieuwe  elementen aanbrengen (bijvoorbeeld dat de oorlog geëscaleerd is in jouw land) of je kan beroep doen op andere gronden (bijvoorbeeld homovervolging in je land van herkomst). Bij zo’n tweede aanvraag kom je niet in aanmerking voor onmiddellijke opvang. Vandaar die deur die je letterlijk op straat zet. Het is de ‘no show’. Je kan of mag je niet aanmelden voor opvang en je moet wachten tot je bericht krijgt van het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen en daar moet je zelf naar toe om te horen wat het verdict is. Waar je dan wel terecht kan? Naar Samusocial of het burgerplatform in het Maximiliaanpark. Maar duurzaam zijn zo’n oplossingen natuurlijk niet.”
Voor de anderen duurt de opvang in het Klein Kasteeltje maximum twee tot drie dagen. Loopt je interview goed, dan kan je naar een reguliere opvang zolang je procedure loopt. In die opvangcentra heb je een goede sociale dienst, is er coaching, zijn er taallessen, activiteiten voor kinderen en mama’s enz. Maar de onzekerheid over je toekomst blijft en die komt bovenop alles wat je al hebt meegemaakt.”

Niet gewenst

Niet iedereen kan zomaar asielaanvragen en men is ook beducht voor ‘asielshoppers’. Geert: “Wij moeten wachtenden soms duidelijk maken dat ze gewoon niet in aanmerking komen. Zo was er bijvoorbeeld een doofstomme Poolse vrouw die hoopte op asiel in ons land maar als inwoner van een EU-land heeft ze daar geen recht op. Eén van de belangrijkste vragen bij de interviews is de manier waarop mensen hier terechtgekomen zijn. Dat heeft alles te maken met dat asielshoppen. Er zijn mensen die in het ene land asiel aanvragen en als dat te traag loopt, hun kans in een ander land gaan wagen. Het Dublin-reglement verbiedt dat. Als je een visum hebt voor een land of in dat land een familieband in de eerste lijn (een minderjarig kind bijvoorbeeld) kan aantonen, dan kan je in dat land asiel aanvragen. Zo niet moet je dat doen in het eerste land waar je toekwam. België zal je dus onverbiddelijk terugsturen als dat niet in orde is. De controle hierop gebeurt via de databanken met vingerafdrukken. Komen mensen eerst toe in Griekenland, moeten ze dus daarnaar terug gestuurd worden, tenzij kan aangetoond worden dat Griekenland niet meer instaat was een deftige opvang te garanderen. Een asielaanvraag is dus goed voor een hele papierwinkel.”

Integreren met vrijwilligers

Zoals wel vaker, zijn vrijwilligers een onmisbare schakel in het verhaal. Vluchtelingenwerk kan niet zonder hen. Ze zorgen voor het menselijk gelaat. Ze helpen mensen in opvangcentra met hun papieren, begeleiden hen voor het behalen van een rijbewijs, organiseren babbelnamiddagen om Nederlands te leren of vieren samen feest. Het zijn eenvoudige, warme gebaren om de vaak deprimerende situaties wat te verzachten.
We vervolgen onze weg. Na het Klein Kasteeltje en het Steunpunt waar de vluchtelingen even op adem kunnen komen, passeren we de Sint Rochuskerk. Rond die kerk stampten enkele Congolese mama’s een hele opvang uit de grond met soepbedeling en kleren. Al gauw ontstond een vruchtbare samenwerking met Vluchtelingenwerk. In de grote crisisperiode zette de pastoor zelfs ’s nachts de deuren open en konden mensen er tussen de kerkbanken slapen.
Uiteindelijk naderen we de plek waar zoveel migranten hun toevlucht zochten dat er uiteindelijk een heel burgerplatform rond ontstond, het Maximiliaanpark. Op een boogscheut van het Noordstation, in de buurt van de Neos- kantoren en overheidsgebouwen, worden pendelaars ook vandaag nog  - na het afbreken van het tentenkamp - geconfronteerd met de ongemakkelijke realiteit van asielzoekers. Terwijl Atiqullah spontaan het gesprek met enkelen onder hen aanknoopt, weten wij ons moeilijk een houding aan te nemen. We kunnen ons de ervaring, het leven, de hoop, de toekomstperspectieven – als die er al zijn – van deze jonge mensen nauwelijks voorstellen.

Mensensmokkelaars en vrolijke selfies

Geert: ‘De mensen die je hier ziet, zijn vaak misleid door mensensmokkelaars die ze tegen een smak geld naar Engeland willen krijgen. Ze denken dat het Verenigd Koninkrijk het land van melk en honing is en dat ze daar snel werk zullen vinden in het zwarte circuit of zich aansluiten bij hun eigen gemeenschap ginder. Maar tot nader order – even afwachten wat een mogelijke Brexit brengt – geldt daar dezelfde wetgeving en zullen ze dus ook teruggestuurd worden naar het eerste land van toekomen. Veel van deze mensen zijn uiteraard economische migranten. Je merkt het zelf, het zijn jonge, sterke, ondernemende mannen die gesteund door hun familie de oversteek wagen en die dus succesvol moeten zijn zodat ze eerst hun familie kunnen terugbetalen en dan mee onderhouden. Ze komen vooral uit Soedan, Eritrea, Ethiopië, Algerije en Marokko. Die mensen durven aan het thuisland niet laten weten hoe ze hier echt leven. Ze moeten vrolijke selfies sturen want alle hoop is op hen gericht. Ze willen hun moeders, hun familie niet teleurstellen. En omdat deze groep zo afhankelijk is van mensensmokkelaars, zullen enkel structurele oplossingen dit kunnen verhelpen. Wij geven hier voornamelijk info. Als ze opgepakt worden, wat zijn hun rechten? Ze hebben bijvoorbeeld recht op bijstand maar dat moet binnen de vijf dagen anders rest enkel gedwongen terugkeer. Als ze bij een razzia hun gsm kwijtraken, hoe kunnen ze die dan terugkrijgen? Want die gsm is de enige band met het moederland. Wij vinden dat een humanitaire opvang van deze mensen een taak van de overheid is. Maar die is bang dat dit tot een aanzuigeffect zou leiden.”

Wie doet wat?

Geert geeft toe dat ze de organisatie worstelt met wat er in en rond het Maximiliaanpark moet gebeuren. De verhouding tussen Vluchtelingenwerk en de overheid is complex, de toestand in het Maximiliaanpark zorgwekkend. Geert: “Neem vandaag. Het is boven de 35 graden en er was hier maar één kraantje voor het hele park. Artsen zonder Grenzen heeft dan voor waterbedeling gezorgd en gelukkig zijn er nog altijd mensen van het burgerplatform om toch voor enige menselijke opvang te zorgen. Wij hebben een jaar meegewerkt aan de ‘humanitaire hub’ hier die intussen wel weer verhuisd is.  Zo’n hub is een samenwerking tussen verschillende diensten. Je vindt er een dokter, verpleging en psychologische bijstand. Ook het Rode Kruis is aanwezig en kan helpen bij het opsporen van familieleden, er is een oplaadpunt voor gsm’s en een juridische dienst.” Vluchtelingenwerk zelf is hier niet langer actief. De vzw besloot dat dit soort humanitaire eerstelijnsopvang een taak is van de overheid. Geert: “We hebben dit een jaar gedaan, om echt praktische aanbevelingen te kunnen formuleren. Jammer genoeg is met dat rapport nog niet veel gebeurd.”

Morgen minister

Stel:  je bent morgen minister. Hoe zie jij een oplossing? Het is een vraag waar Geert niet lang over hoeft na te denken: “Op korte termijn zou ik meteen een oriëntatiecentrum opstarten met  de expertise van de NGO’s maar betaald door de overheid. Zo krijgen mensen die hier toekomen meteen het juiste advies en weten ze waar ze aan toe zijn. Nu zijn deze mensen ook vaak het slachtoffer van een pingpongspel tussen Brusselse gemeentes. Het Noordstation is Schaarbeek, het park hier Brussel. Met razzia’s verdrijven ze hen gewoon van de ene naar de andere plek. Dat zie je ook internationaal. Er is een golfbeweging tussen Brussel, Calais en Zeebrugge. Europese oriëntatiecentra zouden dit al voor een deel kunnen opvangen. Op langere termijn moeten we absoluut onze ontwikkelingssamenwerking herzien en veel meer activeren en inzetten op economische projecten zodat het aantal economische migranten afneemt.”

De wandeling zit erop. Beduusd nemen we afscheid. Heel even hebben we de concrete realiteit van mensen op de vlucht onder ogen gekregen. Terwijl dit artikel in druk gaat, wordt er in Italië gebakkeleid over de vluchtelingen op een schip in de buurt van Lampedusa. Onze wereld draait door. Letterlijk en figuurlijk.

Info over Vluchtelingenwerk Vlaanderen? Surf naar www.vluchtelingenwerk.be

 

Deze wandeling in het spoor van vluchtelingen maakt deel uit van de campagne ‘Neos met een hart’ waarbij alle Neos-clubs hun hart tonen voor mensen met een beperking, in armoede of op de vlucht én voor het circulaire leven.  

 

Top