p. Verslag van de daguitstap naar Brugge 12 mei 2022

Verslag van de daguitstap naar “Brugge, die Scone” (12/05/2022)

Brugge ademt cultuur en geschiedenis uit, maar is vooral een feest voor het oog. Een bezoek aan dit historische plaatsje met zijn vele romantische boogbruggetjes, kronkelende steegjes, schilderachtige reitjes, schattige kleine huisjes, oude gevels, een dozijn aan musea en de geur van chocolade laat niemand onberoerd. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de hele binnenstad het label van werelderfgoed heeft. Maar liefst 37 enthousiaste Neos-vrienden zigzagden van aan de verplichte stopplaats van de bus naar het hart van de Breydelstad. We startten met een boottocht van een halfuur op de pittoreske reitjes zodat we vanuit een niet alledaags kikvorsperspectief een zicht kregen op de mooiste plekjes van “Het Venetië van het Noorden”. De bestuurder gaf deskundige uitleg over de geschiedenis van die “Scone” en over de panden langs waar we voeren o.a. het Minnewater, Begijnhof, Belfort, Sint-Janshospitaal, Groeningemuseum en de Onze-Lievevrouwekerk. Daarna brachten we een bezoek met audiogids aan een van Brugges fraaiste monumenten, het statige Gruuthusemuseum met zijn schatkist boordevol verhalen, dat na bijna 5 jaar grondige renovatie in mei 2019 opnieuw zijn deuren opende. Niet alleen het riante gebouw en het binnenplein werden aangepakt, ook het museumconcept waardoor de circa 600 collectiestukken een nieuwe opstelling kregen. De beroemdste bewoner van dit indrukwekkende stadspaleis heette Lodewijk van Gruuthuse (1427-1492), een gewiekst zakenman die een enorme liefde had voor kunst en cultuur. Hij had eigenlijk een andere naam, maar liet zich noemen naar het product waarmee hij fortuin had gemaakt. Gruut of gruit is een kruidenmengsel dat indertijd werd gebruikt als aromatisch basisingrediënt voor bier. De collectie bevat kunstschatten uit de 15de en 16de eeuw, maar de nadruk ligt op de 17de-eeuwse en 18de-eeuwse pareltjes. Als sleutelperiode is ook de 19de eeuw goed vertegenwoordigd. Het parcours focust dan ook op die 3 periodes omdat die cruciaal zijn voor de Brugse geschiedenis. Op het gelijkvloers maakten we kennis met de Bourgondische tijd toen Brugge een bloeiende metropool was en zijn gouden eeuw beleefde. De 1ste verdieping leerde ons verder veel over de schakelperiode van de 17de en 18de eeuw met de opkomst van de burgerij, de handelaars en de clerus die veel kunstwerken bestelden om hun macht te etaleren. Op de 2de verdieping doken we in de 19de eeuw waar de typerende neogotiek hoogtij vierde. We kregen er ook een panoramisch uitzicht over de stad. Majestueuze wandtapijten, kleurrijke glasramen, elegante houtsculpturen, prachtige schilderijen uit diverse periodes, merkwaardige muziekinstrumenten, verfijnde historische kant, Bourgondische manuscripten tot een gedekte tafel met zilveren bestek en kostbaar Chinees porselein met alle hun uniek verhaal en hoge wauw-factor, genoten onze aandacht. Restaurant “Duc de Bourgogne” serveerde ons in een gezellig kader een heerlijk streekmenu met aangepaste wijnen. In de late namiddag deden we het “Diamantmuseum” aan gevestigd in een 17de-eeuws herenhuis. Bijna niemand weet dat het diamantslijpen meer dan 500 jaar geleden in Brugge werd uitgevonden door middel van een schijf, olijfolie en diamantpoeder lang voor Amsterdam of Antwerpen deze ambachtelijke bewerking toepaste. We ontdekten hoe de Brugse goudsmid Lodewijk van Bercken het diamantslijpen ontwikkelde. Het kloven, zagen, snijden, verstellen en slijpen van deze edelsteen kwamen ruim aan bod. Tijdens een unieke slijpshow leerden we de geheimen van de mysterieuze diamantwereld kennen. Nadien genoten we op een zonnig terrasje nog na van deze interessante dag.

Christine Vandekerckhove, verslaggever, en René Schoenmaekers, clubfotograaf