n. Verslag van de lentewandeling op 1 juni 2022

Verslag van de wandeling rond de “Boembekemolen” in Michelbeke (01/06/2022)

In het bekende heuvellandschap van de Vlaamse Ardennen eist het riviertje de “Zwalm” een hoofdrol op. In deze schilderachtige streek gaan natuur en cultuur al eeuwen lang hand in hand. De bijrivier de “Zwalm” ontspringt in Vloesberg om al meanderend uit te monden in de Schelde te Nederzwalm met een hoogteverschil van 60 meter op 19 km, een buitenbeentje in Vlaanderen dat door het grote niveauverschil ideaal was voor de bouw van watermolens. Gekenmerkt door zijn uniek glooiende valleiwanden, zorgde deze beekrivier in het verleden voor vele vruchtbare gronden, maar ook voor de nodige energie om de vruchten van de akkers te verwerken waardoor we momenteel een heel belangrijke erfgoedwaarde overhouden. Het startpunt van de door “Natuurpunt vzw” begeleide wandeling lag vlakbij de “Boembekemolen” die meteen ook de eerste bezienswaardigheid van de tocht was voor de 47 enthousiaste stappers die naast historiek ook topnatuur wilden meepikken. De gids dompelde ons eerst onder in het boeiende verleden. De “Boembekemolen” is één van de vijf resterende watermolens aan de oevers van de Zwalmbeek. Bronnen vermeldden hem voor het eerst in 1544 als eigendom van Graaf Lamoraal van Egmont, die hem verpachtte. Pas in nasleep van de Franse Revolutie kwam hij in particulier bezit. In de loop van de jaren onderging de maalderij drastische gedaanteverwisselingen. Tijdens de eerste helft van de vorige eeuw werd een dieselmotor geplaatst, die vandaag nog steeds aanwezig is. In 1967 kwam de toenmalige molenaar, die de zakken graan van de boeren in de streek maalde, om het leven in Oudenaarde tijdens een gewelddadige  boerenbetoging. Nadien raakte de molen in verval. Vandaag is het gebouw beschermd als monument en eigendom van “Natuurpunt vzw”, een onafhankelijke vrijwilligersvereniging die zich inzet voor de bescherming van onze kwetsbare en bedreigde natuur. De molen werd terug maalvaardig gemaakt en na een fikse renovatie is er een bezoekerscentrum in ondergebracht. Daarna kregen we een  aangename opwarmer langs het idyllische “Mijnwerkerspad”, een volledig verhard gedeelte van de vroegere spoorlijn Aalst-Ellezelles, die werd gebruikt om vanaf 1883 de mijnwerkers, Fossemannen genaamd, uit de streek naar de steenkoolmijnen in de Borinage te brengen. Dit zogenaamde “Fosttreintje” werd pas in 1963 afgeschaft en vanaf 1978 is er een recreatieve weg voor wandelaars en fietsers ingericht. Dit geasfalteerde pad wordt langs beide zijden omgeven door bomen als een es, zomereik, populier, wilg, berk en zoete kers, alsook door struiken als hazelaar, meidoorn en vlier waardoor we als het ware door een groene tunnel liepen. Van hieruit ging het vervolgens wat steil naar omhoog langs een nogal wilde en bloemrijke valleiflank. We maakten daarnaast kennis met oneindig veel landschappelijke en biologische diversiteit wat tegenwoordig schaars natuurgebied in Vlaanderen uitmaakt. Verder daalden we via broekbosjes naar beneden richting Zwalmbeek. Een open stuk struinnatuur met grazers bracht ons uiteindelijk over een bronbeek naar de weg die terug leidt naar de oude watermolen. Op het terras van de Boembekemolen genoten de bezielde deelnemers van een koffie en een mattentaartje of een carré confituurke. Met een aangenaam gevoel keerden we huiswaarts.

Christine Vandekerckhove, verslaggever, René Schoenmaekers, clubfotograaf