 Verslag van de reis naar “De Baai van de Somme” (6 tot 9 september 2022)
De baai van de Somme is één van de prachtigste Franse natuurgebieden bekend om zijn ecologische diversiteit die model stond voor vele befaamde schilders. Deze beschermende regio is de favoriete waadplaats voor allerlei vogels en kolonies van schattige zeehonden in hun natuurlijke habitat. Dit snoepreisje moet blijkbaar vele leden hebben bekoord want het is nog nooit gebeurd dat we een lange reservelijst hebben moeten aanleggen mede door de kleinschaligheid van de hotels in die streek. In de vroege ochtend busten 36 begeesterde leden via Rijsel en Arras naar Amiens, de hoofdplaats van het departement Somme. We gingen met onze gids Annemie op ontdekking doorheen het historische hart van de stad. We wandelden langs de voornaamste gebouwen: het oogverblindende 16-zijdige “Cirque Jules Verne”, het majestueuze “Museum van Picardië”, het imponerende 18de-eeuwse drieledige stadhuis, de vakkundig versierde horloge “Dewailly” en het eerder kleine belfort. Het absolute orgelpunt van onze tour was de 13de-eeuwse mooie gotische Notre-Damekathedraal, een uitzonderlijk groots beeldhouwwerk ingeschreven op de UNESCO werelderfgoedlijst. We kregen veel duiding bij de verschillende, maar meestal levensgrote beeldhouwwerken op de façade, alsook bij de verschillende gebrandschilderde glasramen, de meesterlijke kunststukken en fraaie vloerpatronen die het binneninterieur opsieren. Na de lunch maakten we in het centrum van de stad een romantische reis door de hortillonnages, een doolhof van drijvende moestuintjes. We voeren met een elektrisch bootje door dit groene paradijs met bloemrijke oevers, een patchwerk van lapjes grond waar tuinders groenten verbouwen en kleurige huisjes staan. Daarna zakten we af naar het hipste van de stad, de klinkerstraatjes van de oude industriewijk “Saint-Leu”, die op het einde van vorige eeuw een revival kreeg, met zijn talrijke kanalen en fotogenieke kleurrijke huisjes opgetooid met puntgevels gemaakt van cob, hout en baksteen. Na de wandeling door deze pittoreske stadsbuurt reden we naar het gerestaureerde 19de-eeuwse charmehotel ”Mayrena“ voor intrek en een driegangendiner onder vrienden. Dag 2 begonnen we na het ontbijt in stijl met een bezoek aan de abdij van Valloires te Argoules. De geschiedenis van deze site gaat terug tot de 12de eeuw toen graaf Guy II van Ponthieu een beroep deed op de monniken van Cîteaux om zich in deze ravissante vallei te vestigen. Aan de voet van deze cisterciënzerabdij strekken zich betoverende tuinen uit opgesmukt met een zee aan planten, bloemen en struiken. De decoratieve Franse en Engelse tuinen, maar vooral de stijlvolle rozen-, moeras-, evolutie- en zintuigentuinen zijn voor de fervente tuinliefhebber een gedroomde plek om inspiratie op te doen. Sommige leden stonden zo in bewondering voor het klaterende gezang van een roodborstje dat ze het voor fake hielden tot het plotseling weg vloog. In het stadje Rue kwamen na de vislunch de liefhebbers van religieuze kunst aan hun trekken in de 15de-eeuwse flamboyante gotische Saint-Espritkapel met haar opmerkelijk royaal fijn gebeeldhouwde voorgevel en binnenin haar talrijke gewelven verfraaid met vele hangende sluitstenen. De rijke decoratie doet denken aan kantwerk in steen. Nadien kregen we nog wat uitleg over het nabijgelegen neogotische en piramidevormige belfort. In Mers-les-Bains, die haar cachet uit de tijd van het pootjesbaden heeft weten te bewaren, dompelden we ons onder in het badplaatserfgoed. We bewonderden op de prachtige boulevard en in de zijstraten ervan begeleid de 19de-eeuwse strandhuisjes en de talrijke Belle-Epoque en Art Nouveau villa’s die vele rijke Parijzenaren en andere welgestelde aristocraten als tweede huis hebben gebouwd. Kleurrijke gevels in groen, roze, okergeel, lichtblauw, bordeaux en oranje gedecoreerd met pompeuze metalen of houten balkons, ronde erkers en uitbundige ornamenten kenmerken deze eclectische gebouwen. Het viel op dat vele zomerverblijven de naam van een vrouw droegen. Adembenemende en torenhoge witte kliffen alsook krijtrotsen met zeer fraaie formaties omgeven dit riante badplaatsje. Na deze unieke belevenissen gingen we terug naar ons hotel voor het avondmaal. Dag 3 verkenden we de Picardische kant van de baai van de Somme waar de rivier danst op het ritme van de getijden. In Ault deden we een fotoshoot van een sensationeel panorama na allemaal een fikse kuitenbijter te hebben getrotseerd. Op de terugtocht naar de bus hielden we even halt bij de kerk “Saint Pierre”, volledig gebouwd in damborden van witte steen en gehouwen vuursteen met zijn vierhoekige toren die eindigt in een platform met waterspuwers en klokken. In Cayeux-sur-Mer vergaapten we ons aan de vele retro strandhutten. Nadien hielden we voor het magnifieke uitzicht op de zee halt op het schiereiland “Le Hourdel” met zijn 18m hoge betonnen vuurtoren waarop een in het groen geverfde lantaarn lichtsignalen uitstuurt. We hadden geluk één guitig zeehondje te kunnen spotten. Na het middageten bewonderden we met onze gids in het charmante middeleeuwse kuststadje Saint-Valery-sur-Somme het historische en culturele erfgoed zoals de goed bewaarde 13de-eeuwse gotische Sint-Maartenskerk, de oude stadswallen en middeleeuwse torens. We dwaalden door een doolhof aan nauwe straatjes geplaveid met kasseien langs oude huizen waar planten en bloemen tegen de muren en de gevels groeien. Deze plek heeft een rijke en bewogen geschiedenis opgeleverd want beroemde helden als Willem de Veroveraar anno 1066 en Jeanne d’Arc in 1430 zijn hier langsgekomen. Daarna klommen we aan boord van houten wagons in een toeristisch treintje getrokken door een stoomlocomotief. We tjoeketjoekten een dikke rookpluim achterlatend door velden, moerassen en bossen. Op die manier kregen we een zicht op de “Camargue van het Noorden” zo genoemd voor zijn moerassige rivierdelta waar schapen, wilde paarden, een scala aan vogels en zeehonden thuis zijn. Na dit natuurbad konden we het schilderachtige vissershaventje Le Crotoy niet verkennen omdat onze bus ons nergens dichtbij kon afzetten waarna we terugkeerden naar ons hotel. Sommigen bezochten nog de gotische collegiale kerk van Eu met in de crypte zijn riante graftombes. We sloten de avond af met onze smaakpapillen te verwennen met een driegangen gastronomisch vismenu. Na het ochtendmaal laadden we dag 4 onze valiezen in en verlieten we in de gietende regen ons hotel voor een laatste dag op Franse bodem. We zetten koers richting Le Tréport, een piepklein haven- en vissersstadje aan de Albastenkust genesteld tussen twee machtige rotswanden, de hoogste krijtrotsen van Europa. We bezochten in regen en wind de boven-en benedenstad. Het barre hondenweer schrikte stoere leden niet af. Blauwe cabines van de funiculaire brachten hen in minder dan 5 minuten op de top van de krijtrotsen waar ze werden getrakteerd op een fantastisch panoramisch uitzicht. Nadien genoten ze in de nauwe straatjes van de juweeltjes uit de Belle Epoque met veelkleurige herenhuizen en van het bezoek aan de vismijn. Na de lunch kregen we allen nog een beetje vrije tijd om wat rond te struinen alvorens onze terugreis aan te vatten. Alle medereizigers waren tevreden over hun 4-daagse excursie.
Christine Vandekerckhove, verslaggever, en Réné Schoenmaekers, clubfotograaf |