2019-017 Lezing door Joan De Winne, "Als doden een gezicht krijgen"

Op dinsdag 3 september 2019 ontving Neos Herzele in De Wattenfabriek de heer Joan De Winne, gewezen oprichter van het DVI (Disaster Victim Identification-team) binnen de federale politie.

Met enthousiasme en bijzondere gedrevenheid gaf de heer De Winne uitleg bij de oprichting, de werking, de uitdagingen, de successen en ontgoochelingen van het identificatie team dat hij enkele jaren geleden verliet om op rust te gaan.

Dat het team nog steeds erg nauw aan zijn hart ligt bleek ten volle uit het verhaal dat hij bracht en vooral uit de manier waarop hij het bracht.

Het DVI-team werd in België opgericht op vraag van Interpol en had initiëel als doel slachtoffers van rampen te identificeren. Dat doel werd in de loop van de jaren gestaag uitgebreid en evolueerde naar een opdracht die erin bestaat elke persoon die omkwam bij een ongeval of ramp of elke persoon die voor een onbekende reden vermist raakte te identificeren van zodra daar resten werden van terug gevonden.

Reeds enkele maanden na de oprichting werd de heer De Winne geconfronteerd met de gevolgen van de ramp met de Herald of Free Enterprise, de veerboot die kapsijsde voor de kust van Zeebrugge en waarbij tientallen slachtoffers vielen. Het werd de eerste grote opdracht voor het DVI in België.

De heer De Winne gaf gedetailleerde uitleg over de organisatie van het team en over de verschillende werkwijzen die ze volgen en hoe die methodes in de loop der jaren werden uitgebreid, getest en op punt gesteld.

Hij bewees dat de meest voor de hand liggende methode om mensen te identificeren, met name door er naar te kijken, zeer dikwijls leidt tot foutieve conclusies. Andere methoden moesten helpen om fouten te vermijden.

Veel aandacht besteedde hij aan het aspect "zorg voor de nabestaanden". De manier waarop de nabestaanden worden bejegend is van het allergrootste belang, zij zijn de "slachtoffers" die nog enigzins kunnen geholpen worden door een accurate manier van werken van het DVI. De geloofwaardigheid van het identificatieteam valt of staat met de ernst waarme die haar werk doet en communiceert met de nabestaanden.

De heer De Winne was niet alleen actief ten tijde van de ramp met de veerboot maar het team was ook aanwezig bij de opgravingen van de door de heer Dutroux vermoorde kinderen. Zijn team werd eveneens ingezet bij de ramp met het Roemeense vliegtuig waar vele Belgische passagiers in zaten.

Meer dan 1000 gevallen werden behandeld door het DVI sinds de oprichting, hoewel de heer De Winne zelf zegt dat hij die gevallen nooit heeft geteld. Het aantal is ook niet belangrijk voor hem. Het resultaat dat ze bereiken is dat wel.

Is een mens bestand tegen zoveel menselijk leed van nabestaanden? Is een mens bestand tegen het zien van vaak gruwelijke taferelen? Het waren vragen die spontaan opkwamen bij de toehoorders. De heer De Winne bevestigt dat hulpverleners dat van zich kunnen afzetten en dat het ook noodzakelijk is om het werk vol te houden. Hij gaf wel aan dat sommige omstandigheden wel erg veel emotie kunnen oproepen maar dat de waardering die ze krijgen van de nabestaanden hen vaak ook helpt om de zaak te verwerken.

De aanwezigen, leden en niet-leden van Neos Herzele, waren heel erg geboeid door de uiteenzetting dewelke enkel werd onderbroken door een korte pauze. 

Aan het eind hadden meerdere toehoorders nog enkele pertinente vragen voor de spreker.

Neos Herzele dankte aan het eind van de lezing de heer De Winne van harte voor zijn boeiende, technische interessante en diepgaande voordracht.