Dinsdag 23 mei 2023: daguitstap met een tjokvolle bus met 61 Neos-leden naar Maastricht centrum en naar de Jezuïetenberg. De rit verliep zeer vlot zodat we ruim op tijd aankwamen.
We werden opgewacht door 3 stadsgidsen aan de rode, opvallende “Ster van Maastricht”, het symbool van Maastricht. Op deze ster staat de vermelding “meet Europe”, een verwijzing naar de aanwezigheid van de vele nationaliteiten in de stad.
Maastricht is een echte studentenstad. Van de 120.000 inwoners zijn er ruim 20.000 studenten, dus best een levendige stad.
We hielden even halt bij de mooie “Hellepoort” die zijn naam dankte aan de vroegere toegang tot de straat met “plaatsen die in trek waren (met een knipoog)”, vroeger moest je deze poort vermijden anders kwam je in de hel …
Religieus gezien begint de connectie tussen België en Maastricht met de komst van Sint-Servaas vanuit Tongeren, de eerste bisschop van Maastricht. Maastricht behoorde toen ook duidelijk tot Bourgondië en het Bisdom van Luik en niet bij Nederland. Het beeld van De Perroen op het Vrijthof herinnert ons eraan. Dat beeld vind je in allerlei steden terug die tot het Prinsbisdom Luik hebben gehoord zoals Verviers en Tongeren, en dus ook in Maastricht. Alles wees er in die tijd op dat Maastricht veel meer op het Zuiden gericht was dan op het Noorden, Nederland dus. In 1830 hebben de Belgen zich onafhankelijk verklaard en toen in 1839 de grens bepaald moest worden, is het Generaal Dibbets geweest die er op het laatste moment een stokje voor stak dat Maastricht bij België zou gaan horen. Hij zorgde ervoor dat het Nederland werd. Dit tot grote onvrede van de meeste Maastrichtenaren die eigenlijk niets met Holland hadden en zich veel meer met België verbonden voelden.
De mooie begijnhuisjes van de faliezusters zijn nu bewoond door stadsmensen. Deze zusters van St.- Catharina werden al snel faliezusters genoemd omdat ze voor hun gezicht een sluier of “falie” (voile) droegen ter bescherming van de woekerende pestuitbraken in de stad. De uitdrukking: op je falie krijgen danken we hieraan.
In nieuwe monumenten wordt bv. door een barst in de muur, opgevuld met glazen ramen, aandacht gegeven aan: “ik ben niet hoe het was”, vroeger zag het gebouw er heel anders uit.
Door de hele stad stroomt de rivier de Jeker. Daarom was de stad ook bekend door de vele leerlooiers. Ze gebruikten het water van de Jeker, met schors van eikenbomen en urine van dieren om het leer te looien en zacht te maken.
We bezoeken ook de Bisschopsmolen op de Jeker, genoemd naar de Prinsbisschop van Luik. Inwoners waren verplicht hun graan daar te laten malen, de bisschop inde 10 % voor zichzelf. Wie dat niet deed, moest boete doen door te voet naar Compostela te lopen, daarom werd deze molen ook wel een “banmolen” genoemd.
We wandelen verder naar de O.L.-Vrouwekerk, een mooie Romaanse kerk met de originele kleine ramen. Naast de kerk staat een mooie Mariakapel met een pauselijk schild boven de poort.
Onder hotel Derlon ligt een ingang van een vroegere Romeinse tempel van bijna 2000 jaar geleden, ter ere van de god Jupiter. Deze ingang werd bereikt via de “Via Belgica”.
We bezoeken ook de Dominicaanse kerk die is omgetoverd tot een zeer indrukwekkende boekhandel waar je wel uren in kan ronddwalen.
Na de rondleiding eten we samen boven Café Charlemagne. En of het driegangenmenu gesmaakt heeft na een voormiddag rondzwerven door de stad!
We stappen terug op de bus, op weg naar de Cannerberg, naar de grotten van de Jezuïetenberg, eigenlijk kalkgroeven.
De ingang loopt ondergronds door een enorme bunker die in het verleden door het leger werd gebruikt: er bevonden zich daar maar liefst 490 kantoren met alle mogelijke toebehoren, een kleine stad onder de grond. Na een grote brand waarbij veel asbest vrijkwam, werd de berg gesloten en gedurende 20 jaar grondig schoongemaakt. In 1954 werd een nieuwe gebetonneerde toegang gemaakt door de Duitsers.
We komen zo in de groeve van de Jezuïeten. Het is er altijd 10 graden met een zeer hoge, tot bijna 100% luchtvochtigheid. Vroeger waren in Maastricht vanaf 1842 Jezuïeten vanuit de hele wereld aanwezig om te studeren. Op woensdag hadden ze vrij en mochten in de grotten als ontspanning kunstwerken maken. Ze tekenden met houtskool, kapten figuren uit de kalksteen, werkten met reliëf… Ze haalden hun inspiratie uit de boeken die ze lazen en maakten de illustraties na. Er waren oorspronkelijk 450 grote werkstukken waarvan er nog 330 te bezichtigen zijn, de andere jammer genoeg vernield door vandalen. Daarom zijn de grotten nu enkel nog te bezoeken met een gids.
We bezochten achtereenvolgens de meest spectaculaire en schitterende werken waaronder eerst een afbeelding van Ignatius van Loyola, een Spaanse geestelijke die bekend staat als oprichter en eerste generale overste van de Jezuïetenorde.
We bewonderden verder de Kruisafneming van 1893, Kerstnacht van 1915, New York bij nacht van 1848, een reliëfkaart van Tsjechoslowakije, het moderne steekspel van een echte kunstenaar van Theo Molkenboer, in een heuse kapel de Piëta, de Kruisweg, de 7 sacramenten, de kerststal.
Paters die meer dan een jaar werkten in de groeve kregen hun eigen beeltenis met naam aan de muur in houtskool.
Het project “Alhambra” verbaasde ons het meest, dit werd helemaal uitgewerkt, zelfs met de nodige kleur, ongelooflijk mooi allemaal!
Verder in het gangenstelsel bewonderden we een heus nijlpaard, een sprookjesgang met sprookjestaferelen, Ramses, een gang van Shakespeare, beeltenis van Toon Hermans, de eerste maanlanding … Om alles te bewonderen kan je nog vele keren terug gaan. We stonden allemaal versteld van deze ondergrondse schat die zeker bewaard moet blijven!
Moe (na vele duizenden stappen) maar voldaan keerden we terug naar de bus en bracht onze sympathieke chauffeur Chris ons veilig terug naar Bree.
We kijken weer terug op een geslaagde daguitstap, leerrijk en in leuk gezelschap van onze Neos-vrienden.
Verslag: Lisette Donders
Foto's: zie fotoalbum op deze website
|