37ejaargang_trim2.pdf - page 11

NEOS
Duurzaam leven
11
kende ik al langer, maar dat er ook
veel wilde dieren zijn die mishandeld
worden, daar had ik geen weet van.
Het choqueerde mij zo dat ik met-
een in actie schoot.’
Van was- naar
neusberen
‘Heel snel kregen we de vraag van
Stichting Aap om een wasberen-
populatie op te vangen. Hun eigen
opvang zat vol terwijl ze er nog
een vijftiental verwachtten. Had-
den wij geen hulp kunnen bieden,
dan zouden ze euthanasie toege-
past hebben. Dat konden we niet
laten gebeuren en dus werden
de wasberen in april 2011 de eer-
ste verwaarloosde dieren in onze
opvang.’ Als Karel dacht dat het
daarbij zou blijven, had hij het mis.
‘Twee weken na de komst van de
wasberen kregen we opnieuw te-
lefoon. Dit keer werd er dringend
opvang gezocht voor neusberen.
En vanuit Duitsland kwam de vraag
om achtergebleven dieren uit een
failliet gegane dierentuin op te ha-
len. Geen wasberen dit keer, maar
lynxen en otters. Een ander paar
mouwen. Het daagde ons intussen
ook dat we ons wettelijk in orde
moesten stellen.’ Karel deed zijn
verhaal bij de overheid en kreeg
als antwoord dat ze zich moes-
ten houden aan de normen van
een dierenpark. Iets waar hij niet
geheel gelukkig mee is. Karel: ‘De
wetgeving is geen probleem, maar
als dierenpark krijg je toch een la-
bel opgeplakt. Wij zijn geen dieren-
tuin, en daar knelt het schoentje.
Volgens de Belgische wetgeving
is dierenopvang sowieso tijdelijke
opvang. Maar wij voorzien defini-
tieve opvang en willen daar ook
graag voor erkend worden. Op dat
vlak hebben we nog een lange weg
te gaan.’
Aapje met mes en vork
Dat het zo’n vaart zou lopen, had Ka-
rel nooit gedacht. Toch is de groei
niet onlogisch als je weet dat De
Zonnegloed het enige Belgische op-
vangcentrum is waar verwaarloosde
dieren terecht kunnen. De dieren
bereiken het centrum via allerlei ka-
nalen. Zo is er de goede samenwer-
king met Stichting Aap maar ook
particulieren weten het opvangcen-
trum te vinden én De Zonnegloed
is lid van EARS (Endangered Animal
Rescue Sanctuary), de overkoepe-
lende organisatie van dierenopvang-
centra. Zij staan in contact met alle
opvangcentra en gaan na wie de
verwaarloosde of in beslag geno-
men dieren een plaats kan geven.
De ‘gasten’ in het centrum hebben
elk hun verhaal. Zo is er een baviaan
die in een Belgisch café elke avond
moest optreden en na zijn optreden
een pint bier mocht opdrinken, of
een berberaapje dat op de markt in
Marrakesh gekocht werd door een
vrouw die het dier leerde eten met
mes en vork en roze kleertjes aan-
deed, of een baviaan die dag in dag
uit in zo’n klein hok zat dat hij mis-
groeid geraakte. Elk verhaal, te lezen
op de infoborden bij de dierenver-
blijven, is even schrijnend.
‘k zag twee beren...
Er blijven dieren bijkomen. Zo ver-
wacht het centrum nog heel wat
roofvogels en eind dit jaar zelfs een
poema en een luipaard. Elk moment
kan het licht op groen springen voor
de komst van twee beren uit Alba-
nië. ‘In Albanië zaten ze in een kleine
betonnen kooi als publiekstrekker
voor een restaurant. Als jong wer-
den ze uit het nest van de moeder
geroofd en sindsdien groeiden ze
in die kleine kooi op. De overheid
nam de beren in beslag maar nu
moet de hele papiermolen nog in
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16,17,18,19,20,21,...60
Powered by FlippingBook