NEOS Magazine 4e trimester 2014 - page 21

CLOSE-UP
21
t
-
alle dingen mislukten bleef er alleen
maar biologie over.’
Wij zijn de natuur!
Ondertussen verschenen er bijna
1.250 columns over dieren van zijn
hand die hij ook jarenlang voorlas op
de Nederlandse radio. Midas neemt
in zijn dierenverhaal vooral ook de
mens onder de loep. Doorspekt met
de nodige knipogen en absurditeiten
leert hij ons op een andere manier
naar onszelf te kijken: als deel van de
natuur. ‘De meeste mensen maken
nog een scherp onderscheid tussen
wij, de mensen die leven in de stad
met onze technologie, en de dieren
daar in het bos met veel te veel poten
die eieren leggen. De natuurfilms die
in de mode zijn vind ik het ergste.
Alles wordt er veel te mooi in beeld
gebracht. Het is onecht. Bovendien
is de liefde voor de natuur er niet
door toegenomen. Mensen genieten
van zo’n film, maar gaan vervol-
gens gewoon door met het groen te
vervangen door tegeltjes en dieren
dood te spuiten. Gelukkig zie ik ook
goede ontwikkelingen op dat vlak. De
media schenkt de laatste maanden
aandacht aan het feit dat de beesten
niet enkel om ons heen leven, maar
ook in onszelf. We bestaan uit een
dierentuin van bacteriën die in ons
leven. De lieve bacteriën houden de
stoute een beetje in bedwang zodat je
er minder last van hebt. Het is in elk
geval geen goed idee om er te pas, en
te onpas, antibiotica op los te laten
Als je het eigen ecosysteem verpest
door je levensstijl en je geen zorgt
draagt voor de lieve bacteriën of je
smeert allerlei rotzooi op je gezicht,
is dat biologische oorlogsvoering!
Het besef dat de natuur niet alleen
in het oerwoud, maar ook in de stad
zit, is gegroeid. Nu beginnen we ook
eindelijk een keer in te zien dat wij
natuur zijn.’
Kijken zonder camera
Midas schuwt geen heilige huisjes
en ontmantelt graag de grenzen die
wij trekken tussen mens en dier.
Dit maakt mij nieuwsgierig: wat
maakt ons dan tot mens, Midas? ‘Ik
zie humor wel als een soort hoogste
vorm van beschaving. De humor zien
van het leven. Uiteindelijk draait het
allemaal om kijken. Er is maar één
wereld maar omdat ik bioloog ben,
zie ik die wereld anders dan gewone
mensen. En als ik dat opschrijf, heb
ik iets te schrijven en zij iets te lezen.
Dat is de grote fout in het onderwijs.
Op school leer je van alles en nog
wat, maar het allerbelangrijkste leer
je niet op school: kijken naar de
wereld om je heen. Er zijn maar twee
groepen mensen die ‘kijken’ in hun
opleiding krijgen: kunstenaars en
biologen. Als je nu eens gaat tekenen
wat je ziet, dat is een revelatie. Teken
eens de hond van de buurman. Je
hebt het dier al duizend keer geaaid,
maar had die nu een vlek op de linker
of de rechterkant? Als je die hond
gaat tekenen dan weet je het niet
meer. Je eigen wereld onderzoeken
en leren kennen. Wat biologen
tegenwoordig met zendertjes en
camera’s doen om leeuwen en tijgers
te observeren, kan je net zo goed in
je eigen straat doen. Je begint bij de
straatkatten. Je geeft ze een naam
‘zwartje’, ‘roodbaard’ of ‘droplul’ en
dan ga je door het raam kijken wat
er gebeurt. Je merkt patronen in hun
gedrag, de ene kijkt eerst tussen de
hortensia’s, dan pist die op de roos,
en daarna... Als jij je kinderen beter
wil leren kennen dan bind je ze toch
ook geen camera op hun kop en een
zendertje in hun reet? Dan ga je ge-
woon praten en dingen met hen doen.
Ik beperk me dan ook heel erg in
mijn boeken tot de westerse cultuur
en geschiedenis, want die ken ik.
Ik ken mijn lezers ook. Ik hou me
niet bezig met andere beschavingen
en exotische wereldbeelden.
Het rechttoe rechtaan westerse
wereldbeeld vind ik al krankzinnig
genoeg. Dat ze in andere werelddelen
rare dingen doen, tot daar aan toe,
want dat zijn rare mensen, maar dat
wij gewone mensen rare dingen doen,
dat frappeert mij.’
Poezenmensen
Naast dierenverhalen en jeugdboeken
publiceerde Midas Dekkers ook
boeken over alledaagse fenomenen
zoals kinderen, sport of onze ontlas-
ting. Met zijn eigen, originele ver-
telstijl zoekt hij naar de samenhang
der dingen, maar de bioloog is nooit
ver buiten beeld. Een van zijn meest
gedurfde boeken is zonder twijfel
‘Lief dier’, een cultuurhistorisch
essay over bestialiteit. ‘Hollandse
honden worden vaker gestreeld dan
Hollandse vrouwen of mannen.
Alleen dat ene plekje blijft onbe-
roerd. Meestal tenminste.’ Met
deze provocerende uitspraak weet
hij de lezer meteen te boeien.
Onvermijdelijk komen we tijdens
het gesprek dan ook terecht bij
Midas’ eigen favoriete huisdier: de
kat. ‘Eigenlijk zou ik wel honderd
poezen willen. Ik heb er vier en dat
is eigenlijk net zo leuk als er 100
hebben. Welke deur je ook open
trekt, er is altijd wel een poes.
Ik ben zo ontzettend dol op poezen,
maar het is niet dat ik een hekel
heb aan honden. Honden zijn ge-
meenschapsdieren van oorsprong.
Ze stammen af van wolven die
samen jagen om de prooi te kunnen
pakken. Poezen hebben geen andere
poezen nodig voor hun prooi, ze
leven van kleine prooien. Poezen
zijn éénlingen, maar als het nodig is
kunnen ze samenwerken. Dat zien
we bij de straatkatten, maar van
nature uit doen ze het eigenlijk niet.
De band tussen baas en hond is een
relatie tussen meester en knecht. De
band met poezen is er eerder een
zoals moeder en kind. Beide dieren
komen aan de kost door het slijmen
bij mensen. Maar poezenmensen en
hondenmensen liggen mijlenver uit
elkaar. Een beetje marketeer kan je
vertellen dat bier bij hondenmensen
hoort en wijn bij poezenliefhebbers.
Als ik mij voorstel dat mijn poes de
deur voor mij opendoet, dan spreekt
ze daarbij Frans en geen Duits. Het
zijn allemaal vooroordelen, maar
ergens confronteren ze ons met
hoe we de ‘hokjes’ plaatsen. Onze
omgang met de natuur en met onze
huisdieren vertelt ons heel wat over
de samenleving. De maatschap-
pij is wel aan het veranderen. De
maatschappij vervrouwelijkt en daar
horen poezen bij. We zien ook dat
vogels momenteel in de mode zijn.
Neos Magazine 038.indd 21
1/12/14 23:08
1...,11,12,13,14,15,16,17,18,19,20 22,23,24,25,26,27,28,29,30,31,...52
Powered by FlippingBook