Acr270442694799828-12954.tmp.pdf - page 7

NEOS
Interview
7
ora deed ik het liefst Nederlands - ik
nam ook graag deel aan gedichten-
wedstrijden, lichamelijke opvoeding
en geschiedenis. Dat waren net de
sprookjes van Grimm voor mij.’
Een beetje raar
Intussen heb je voor je concen-
tratieproblemen een diagnose
gekregen.
‘Hoewel ik het altijd wel ergens ge-
weten heb, heeft een test recent uit-
gewezen dat ik aan ASS (een autis-
mespectrumstoornis) én ADD (een
aandachtsstoornis) lijd. In de klas
bijvoorbeeld wist ik nooit hoe ver ik
met mijn humor mocht gaan. Ik ben
altijd een beetje raar, een speciale
geweest. Maar ik noem mezelf geen
autist, ik heb autistische trekken. Ik
ga nu niet het slachtoffer uithangen.
Het is niet zo dat ik – in tegenstel-
ling tot sommige autisten – niet kan
functioneren in de samenleving of
in relaties maar ik begrijp nu wel be-
ter waar sommige dingen vandaan
komen.’
Je bent er wel erg openhartig over.
‘Omdat er echt meer begrip voor
nodig is. Ik wil mensen laten zien:
ook dit is autisme. Mijn probleem
is bijvoorbeeld het grote verhaal te
zien. Ik kan moeilijk kaderen, ik blijf
steken in details en ben snel afge-
leid. Gelukkig kan ik er voor mezelf
ook een beetje mee lachen maar
voor echte autisten is gewoon een
job uitoefenen soms onmogelijk.
Voor hen pleit ik absoluut voor
meer begrip, omkadering en bege-
leiding.’
Terug naar de muziek. Is er een
muziekgenre waar je nièt van
houdt?
‘Nee, eigenlijk niet. Alles heeft wel
iets als je de moeite doet om je erin
te verdiepen. Rap bijvoorbeeld vond
ik wat raar in het begin maar daar
zitten leuk dingen tussen. Soms zeg-
gen mensen ‘Da’s niks meer voor
mij’ of ‘daar ben ik te oud voor.’ Dat
begrijp ik gewoon niet. De dag dat
je dat zegt, is het tijd om je begra-
fenis te regelen. De dag dat je zegt
dat je in de laatste rechte lijn zit, zit
je er ook in. Toots Thielemans zei
me ooit toen hij de 80 al ver voorbij
was, ‘je moet altijd de drive behou-
den om iets te willen bijleren, iets
nieuws te ontdekken.’
Je zingt zoveel verschillende
genres en toch is het altijd
typisch Lotti. Hoe komt dat?
‘Dat ligt vooral aan mijn stem. Die
houdt het midden tussen Ameri-
kaanse crooners en Elvis, een jaren
’50 timbre met iets heel romantisch.
De lichte, zachte toon in mijn stem
heb ik van mijn moeder. Mijn broer
Kurt klinkt dan weer meer als mijn
vader. En dan is er natuurlijk de
productie. Alle instrumenten staan
in functie van mijn stem, er zit een
galm op, ze wordt zacht gemaakt
maar tegelijk heeft ze ook présence
en dan ineens is het ‘wham, in your
face’. Je kan het vergelijken met Bo-
celli en Pavarotti. Waar Bocelli de
zachte perfectie heeft, zal Pavarotti
af en toe stevig uithalen, een mo-
kerslag in je gezicht. Dat vind ik zelf
geweldig.’
Naar welke artiesten kijk je nog op?
‘Elvis blijft natuurlijk een voorbeeld,
ook van hoe het niet moet, want ik
ben intussen ouder dan hij was toen
hij stierf. Verder hou ik van Chat Ba-
ker, Michael Bublé, Tony Bennett en
Michael Jackson uiteraard, je kan
voor of tegen hem zijn maar hij blijft
een geweldige zanger. Echt klasse is
ook Paul McCartney. Al 76 maar wat
een mentaliteit en werklust.’
Je bent zelf ook een ijverig baasje
‘Altijd geweest en niet alleen met
muziek. Ook als ik sport, ga ik vol-
uit. Met zingen wil ik zo lang blijven
doorgaan tot ik het gevoel heb dat
ik de mensen niet meer kan geven
wat ze van mij verwachten.’
Vocaal trapezewerk
met groot orkest
En wat verwacht het publiek van
een Helmut Lotti-concert?
‘Ze willen sowieso vocaal trapeze-
werk en mooie bekende, romanti-
sche liedjes, prachtige melodieën,
nostalgie. Een repertoire dat smeekt
om een groot orkest. In 2010 ben ik
daar even van afgestapt met een
hoogst persoonlijke plaat. ‘Mijn hart
en mijn lijf’ was een experiment, een
duidelijke breuk met alles ervoor. Ik
dacht dat het duidelijk was maar de
Lotti-fans hadden geen boodschap
aan dat werk, begrepen het niet. Het
was beter geweest dit als een zijpro-
ject te brengen. Goed, ik heb er geen
spijt van maar sta nu wel te popelen
om terug zoveel mogelijk met groot
orkest in zalen van 1.000 tot 2.500
man te kunnen optreden. Het eer-
ste deel van het concert zal in het
teken staan van mijn nieuw album:
gloedvolle symphonische bewerkin-
gen van de mooiste soulsongs uit de
jaren ’50, ’60 en ’70.’ Deel twee wor-
den nieuwe symphonische bewer-
kingen van mijn bekende repertoire.’
Waar schuilt het succes
van die aanpak?
‘Als ik op een podium sta, heb ik het
gevoel dat ik alles beter in de hand
heb dan in mijn eigen leven. Bij het
zingen zie ik een film, ik krijg er de
het is een tweede natuur
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,...60
Powered by FlippingBook