Acr238852694799828-25324.tmp.pdf - page 14

NEOS
Interview
14
‘Leer liegen’, een klein boekje met een titel die tot de verbeelding
spreekt. Auteur: Guido De Ville, gewezen chef van de gerechtelijke
politie, lesgever in verhoortechnieken en medebezieler van Neos
Damme. Geprikkeld en nieuwsgierig trokken wij naar de boekenstad,
waar we Guido ontmoeten in zijn tweede thuis, boekhandel Maerlant.
Grete Cornelis
L
eer liegen’ is niet het enige
boek van Guido De Ville. Eer-
der verschenen er ‘Het grote
Leugenboek’, de thriller ‘Rioolrat’ en
‘Flik geflikt’, allemaal met sterk auto-
biografische inslag of gebaseerd op
zijn jarenlange politionele carrière.
Vandaag is er een nieuw boek, ‘De
psychopaat gaat over lijken’.
Een flik die boeken schrijft,
hoe uitzonderlijk is dat?
Guido De Ville:
‘Ik ben altijd geïn-
teresseerd geweest in literatuur.
Als dertienjarig jongetje schreef ik
al poëzie en verhaaltjes. Ik was ook
goed bevriend met Paul De Wispe-
laere. Maar op school was ik geen
gemakkelijk ventje en ik heb een
paar watertje doorzwommen eer ik,
door zelfstudie, bij de gerechtelijke
politie (GP) terechtkwam. Dat was
nog voor de politiehervorming. Als
lid van de GP had ik een hekel aan
de rijkswacht. Niet met de mensen
zelf maar met het systeem. Vooral
dan aan het hiërarchische, militaire
sfeertje dat daar heerste. De men-
sen van de BOB, dat was mijn stijl
niet. En omdat ik geen zin had om
mij te verdiepen in financiële crimi-
naliteit kwam ik bij de dienst jeugd,
zeden en verdwijningen terecht. Bij
de GP lag het niveau wat hoger en
werd er ook veel gelezen. Die twee
gaan samen: je kan geen degelijk re-
cherchewerk afleveren als je niet op
een ordentelijke manier je dossier
kan uitschrijven. Een goed politie-
verslag , zonder dt-fouten en zonder
dat je fantasie er mee op de loop
gaat, is ontzettend belangrijk om re-
sultaat te boeken met je onderzoek.’
Was je een goed rechercheur?
Guido De Ville:
‘Ik was een heel slor-
dig rechercheur maar ik was wel een
goede verhoorder. Zo goed dat ik
daar, samen met andere politiedien-
sten, een cursus verhoortechnieken
rond ontwikkeld heb. We zijn op stu-
diereis naar Canada en de Verenig-
de Staten geweest om daar te gaan
bijleren, hoewel we er weinig nieuws
geraapt hebben. Je leert in die cur-
sus hoe je met mensen moet om-
gaan. Liegen, slaan, roepen en tieren
of dreigen levert geen resultaat op.
De sleutel ligt in het proberen te
begrijpen van de verdachte, zonder
zijn daden goed te keuren. Je moet
een vertrouwensband weten op te
bouwen. Liegen is echt uit den bo-
ze. Zeggen ‘ge zou beter bekennen
want uw vriend hiernaast heeft alles
al toegegeven’ moet je nooit doen.
Het is ethisch niet correct en tac-
tisch ook al niet verstandig. Liegen
tegen een verdachte keert als een
boomerang terug in je gezicht. En
als het vertrouwen weg is, is het ge-
daan. Die kennis doorgeven aan an-
dere politiediensten, dat heb ik zeer
graag gedaan.’
Zoveel jaren waarheid en leugen
van elkaar scheiden. Dan word je
vanzelf een expert in het ontmas-
keren van leugenaars?
Guido De Ville:
‘Je moet ervan uit-
gaan dat overal gelogen wordt. Niet
alleen door misdadigers of verdach-
ten maar ook door getuigen, soms
zelfs door slachtoffers. Het is dus
menselijk. De waarheid vinden ga je
alleen doen met het nodige respect
voor de man of vrouw tegenover u,
zelfs als dat een zware pedofiel is.
Je geeft die man dan ook een hand
voor je hem verhoort, je toont res-
pect ook al keur je zijn daden volle-
dig af. En dat heeft zijn vruchten af-
geworpen. Het is natuurlijk geestig
als je mensen kan laten bekennen
die dat absoluut niet van plan zijn.
Maar de bedoeling van een verhoor
is niet de bekentenis. De bedoeling
is altijd de waarheidsvinding. En dat
betekent ook dat je eventueel kan
aantonen dat iemand onschuldig is.
Ik haalde meer tevredenheid uit het
aantonen van onschuld dan het be-
wijzen van schuld. In mijn tijd waren
er in vechtscheidingssituaties nogal
wat beschuldigingen van zedenfei-
ten. Soms onterecht omdat men er
toen nogal gemakkelijk van uitging
dat de waarheid altijd uit de kinder-
mond komt. Als je dan een onschuld
kan aantonen, geeft dat voldoening.’
Als je veel met zware criminaliteit
geconfronteerd wordt, moet dat
toch wat doen met je mensbeeld?
Guido De Ville:
‘Je moet vooral op-
letten dat je niet cynisch wordt. Je
moet niet per sé naar de psycholoog
maar stoom aflaten met de collega’s
tijdens een pintje na het werk kan
al wat helpen. Ik heb mezelf er wel
eens op betrapt dat ik de cynische
toer opging tijdens een verhoor.
Een directeur van een instelling
De bedoeling van
een verhoor is niet
de bekentenis
De neus van Pinokkio bestaat
Ex-flik Guido De Ville leert mensen liegen
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18,19,20,21,22,23,24,...60
Powered by FlippingBook