Proof - page 21

NEOS
Veerkracht
21
Plant je ze dan ook nog eens diep uit
dan gaan ze na een tijdje dood. Ro-
dodendrons zijn oppervlaktegroei-
ers. Ik doe ze altijd uit zonder een
spade te gebruiken. Ik snij ze aan de
oppervlakte bijna in stukken, trek de
wortels open zodat de diepte weg
is, en plant ze dan in de grond met
uitgespreide wortels, slechts een
spadediep, en liefst in halfschaduw.
Ik voer ook genoeg turf aan zodat
ze bijna in pure turfgrond staan. En
vergeet niet te sproeien. Zorg om
de paar jaar ook dat je schors toe-
voegt aan de grond. Daar verzuurt
hij van, en krijg je minder onkruid. Ik
laat mijn tuin zo natuurlijk mogelijk
groeien, aan vormsnoei doe ik niet.
Behalve dode takken en uitgebloei-
de toppen verwijderen hoef je am-
per naar deze planten om te kijken”.
Hoe het groeide
Toen Pros op zoek ging naar tropi-
sche varianten kwam hij uit bij ro-
dodendronsoorten die in de winter
in een verwarmde serre gehouden
moeten worden. Dus bouwde hij
een serre en in de ruimte die over-
bleef, zetten hij koude kas orchi-
deetjes, meestal miniatuursoorten,
zo als masdevallia en restrepia. Het
werd zijn passie. “Na enkele jaren
stond de serre al vlug vol met alléén
maar orchideeplantjes, en werd ik
bestuurslid van de Vlaamse Orchi-
dee Vereniging. De nadruk ligt nu op
één enkele specie, de restrepia.”
Al wat je aandacht
geeft, groeit
De kleine serre is ingericht als een
natuurlijke biotoop van orchideeën:
het regenwoud. Aan de wanden en
het plafond hangen takken en klei-
ne schorsplankjes met mos waarin
miniplantjes hun wortels vastzetten.
“Het zijn ‘gastplanten’ of woeker-
planten (Epifyten) die zich heel licht
en luchtig hechten aan bomen. Van
restrepia bestaan er 60 aangeno-
rododendrons en orchideeën
De tuin is organisch gegroeid.
Aan vormsnoei doet Pros niet.
foto’s: Luk Collet
1...,11,12,13,14,15,16,17,18,19,20 22,23,24,25,26,27,28,29,30,31,...60
Powered by FlippingBook